Author Archives: wer

  1. Arnhemse Ondernemers Event 2024: samen sterker door innovatie en samenwerking

    Leave a Comment

    Op dinsdag 3 september vond het Ondernemers Event Arnhem plaats in Musis. Met het thema ‘De kracht van samenwerking’ kwamen zo’n 400 Arnhemse ondernemers bij elkaar voor een inspirerende dag vol lezingen, masterclasses en netwerkmogelijkheden. Het werd een geslaagde dag met hopelijk een vervolg met alle betrokken partners volgend jaar.

    Inspiratie

    Er waren diverse inspirerende lezingen van bekende sprekers. Rinke Zonneveld, CEO van Invest-NL en Nederlands grootste impactinvesteerder, nam de ondernemers mee in zijn visie op groot dromen en impact maken. Hij deelde inzichten over hoe Nederland economisch scoort en hoe door innovatie en samenwerking en het kennen van een economisch Arnhems DNA ondernemingen zich goed kunnen profileren. Lucia Rijker, viervoudig wereldkampioene kickboksen en tweevoudig wereldkampioene boksen, gaf inzicht in hoe de ondernemers om kunnen gaan met tegenslagen en doelen kunnen bereiken. Zij vertelde hoe haar tv-programma ‘Dream School’ de Arnhemse realiteit kan inspireren, en deelde levenslessen die ondernemers verder kunnen helpen.

    Masterclasses

    Maar er was meer. Naast de plenaire sessies waren er interactieve masterclasses waarin bevlogen sprekers van Arnhemse ondernemingen zoals Adaptics, Avisi, Nuon, Startclub Arnhem en de Turkse Ondernemers Vereniging actuele onderwerpen bespraken. Op het Inspiratieplein maakten deelnemers kennis met interessante partners en projecten. Zoals Arbeidsuitbuiting in NL, Pagewize, Arnhem Koopt Sociaal in, DAZO en Arnhem Electricity Week. Ook daagde het Arnhemse ‘Loesje’ de ondernemers uit. Het event bood volop mogelijkheden om te netwerken en samenwerkingen te starten die bijdragen aan de economische groei en innovatie in Arnhem.

    Ondernemerslab Arnhem

    Op het podium ging ook het Ondernemerslab Arnhem officieel van start. Dit is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Arnhem, Rijn IJssel, de HAN en Startclub Arnhem. Het Ondernemerslab Arnhem is een plek waar ondernemende studenten, onderzoekers, werkzoekenden én bedrijven samen nadenken en werken aan ondernemersopgaven van de toekomst. Het is ‘ondernemer zoekt idee’, maar ook ‘idee zoekt ondernemer’. Tijdens een symbolische ondertekening bevestigden de partners hun gezamenlijke inzet voor het stimuleren van ondernemerschap en innovatie in de regio.

    Performance en primeurs

    De ondernemers werden tijdens het event verrast met de première van de promotiefilm van Arnhem, speciaal voor de zakelijke markt. Tijdens het event werd daarnaast de aftrap gedaan door ArnhemBedrijft! om ondernemers te nomineren voor de verkiezing van beste Arnhemse onderneming van het jaar. Tijdens het volgende event ‘Dag van de Ondernemer’ op 15 november wordt de winnaar bekend gemaakt. Verder was er een mooie performance van ArtEZ en Rijn IJssel.

    Het Arnhemse Ondernemersevent werd georganiseerd door Business Club Vitesse-Gelredome, Citymarketing Arnhem, Directie Netwerk Arnhem, gemeente Arnhem, Ondernemers Kontakt Arnhem, Rabobank, Startclub Arnhem, Sociëteit Jong Ondernemend Arnhem en de Turkse Ondernemers Vereniging Arnhem. «

  2. Rijn IJssel Autoschadeherstel Academy Unieke samenwerking tussen bedrijven en opleiding

    Leave a Comment

    Sinds begin van dit studiejaar huist de Autoschadeherstel Academy van Rijn IJssel in een ruim en mooi licht pand aan de Nijverheidsstraat 1 in Huissen. Hier leren studenten, begeleid door enthousiaste docenten, de fijne kneepjes van het vak van autoschadehersteller. Het initiatief laat ook zien dat ondernemers zelf stappen kunnen zetten om personeelskrapte te bestrijden en het opleidingsniveau te verbeteren.

    De Autoschadeherstel Academy is een bijzonder praktijkopleidingscentrum van Rijn IJssel. Ten eerste omdat ze BBL opleidingen aanbiedt waarbij de nadruk ligt op praktische beroepsvaardigheden. Ten tweede omdat de Academy met haar opleidingen dankzij het partnerschap en de betrokkenheid van inmiddels 57 bedrijven uit de autoherstelbranche vaktechnisch kan excelleren. Ten derde omdat de Academy zelf de praktijkexamens organiseert en uitvoert voor de studenten van niveau 2 en 3 autoschadeherstel en autospuiten.

    Voortouw

    Een van de drijvende krachten achter de aanpak en het succes van de opleiding is Van Leeuwen Auto’s uit Kesteren. Directeur Mathijs van Leeuwen licht de rol van zijn bedrijf toe: “We hebben, gesteund door een aantal bedrijven uit de branche, het voortouw genomen om in goede onderlinge afstemming met Rijn IJssel de opleidingen autoschadeherstel en autospuiten op te zetten naar de opleidingsbehoeften van de werkgevers. Een kleinschalig opleidingscentrum waar voor een grote regio studenten worden opgeleid voor schadeherstel aan voertuigen met verbrandingsmotoren en elektrische voertuigen.”

    “Studenten kunnen zich rechtstreeks bij ons aanmelden of via hun werkgever/ leerbedrijf. Ook tussentijds instromen is mogelijk”, zegt Carine van Grinsven, coördinator bij de Autoschadeherstel Academy. “Normaliter werken BBL studenten in een erkend leerbedrijf en gaan daarnaast 1 dag per week naar school voor hun theoretische opleiding. Onze aanpak is anders. Studenten zijn bij onze Academy vooral praktijkgericht bezig, waardoor ze beter en sneller inzetbaar zijn op de werkvloer. Wij leiden op tot Autospuiter en Autoschadehersteller. Beide opleidingen zijn er op niveau 2 en 3. Sinds 1 augustus jongstleden leiden we ook studenten op tot Technisch Specialist Autoschadeherstel niveau 4.”

    “Leerjaar 1 is een gemeenschappelijk basisjaar, waarin iedereen uitgebreid de basis van schadeherstel en spuiten leert. Daarna kiezen de studenten voor een uitstroomrichting. Vaak willen studenten breed opgeleid worden en kiezen ze voor een opleiding spuiten na de opleiding schadeherstel of andersom. Ook stromen de meeste studenten door naar een niveau 3 opleiding. Sinds een jaar bestaat ook de mogelijkheid in te stromen of door te stromen naar niveau 4. Deze opleiding Technisch Specialist Autoschadeherstel is vooral gericht op schadeherstel van elektrische voertuigen.

    Waar een student voor kiest is afhankelijk van zijn/haar ambities en mogelijkheden én de wensen van de werkgever. Dat bekijken we per individu.”

    Belang bedrijven

    “In de schadeherstelbranche zitten we te springen om goede vakkrachten”, zegt Van Leeuwen. “De werkdruk is hoog. Het gevolg is dat wachttijden voor reparaties oplopen en schadeherstellers in opleiding minder aandacht krijgen. Bij de Autoschadeherstel Academy is er wel volop tijd om studenten te begeleiden en vakvaardigheden aan te leren. Bedrijven hebben belang bij gedegen praktijkgerichte opleidingen en het zo aantrekkelijk mogelijk houden van werken in de schadebranche. Hier hoort, naast goede arbeidsvoorwaarden, ook bij- en nascholing bij van zittende medewerkers die zich willen blijven ontwikkelen. Ook daarvoor heeft de Autoschadeherstel Academy een aanbod van trainingen.”

    Doeners die denken

    Een belangrijke stuwende kracht van de Academy vormt ook het docententeam, bestaand uit Niels Fhijnbeen, Ruben van der Heijden en Gert-Jan Kersten. Alle drie door de wol geverfd op het gebied van autotechniek en autoschadeherstel. “In de beleving van de buitenwereld is autoschadeherstel vaak minder sexy dan autotechniek. Een misvatting”, volgens Fhijnbeen, die in eigen woorden switchte van ‘vet naar verf’: “Goed schadeherstel vereist ook kennis over hoe een motorvoertuig is opgebouwd qua vormgeving, materialen en systemen onder de motorkap.”

    “Onze studenten zijn doeners”, vult Gert-Jan Kersten aan. “Maar je moet wel op elk moment weten wat je doet en waarom je dat doet. Daarom is bij ons theorie en praktijk met elkaar verweven. Wil je een schade goed herstellen, dan moet je weten met welke instrumenten en materialen je werkt, en hoe het systeem waaraan je een reparatie uitvoert in elkaar zit.” Ruben van der Heijden knikt instemmend: “Het herstel aan moderne auto’s is complex omdat er allerlei rijhulpsystemen en sensoren zijn ingebouwd. Behalve het puur herstellen van schade is het belangrijk dat studenten leren ook goed om te gaan met computers en diagnose-apparatuur.”

    Sluit je aan

    Dat van Leeuwen het opleidingscentrum als kleinschalig duidt heeft alles te maken met de persoonlijke begeleiding die studenten er krijgen. Momenteel worden er ongeveer 70 studenten opgeleid, maar de ambitie is te groeien naar 100, een aantal dat met de huidige faciliteiten gemakkelijk is te behappen.

    Van Grinsven: “Ons streven is dat alle autoschadeherstelbedrijven in de regio’s Rivierenland, Achterhoek, Arnhem, Nijmegen en Noord Limburg zich aansluiten bij onze Academy. Bedrijven die zich willen verzekeren van goed opgeleide studenten die sneller en met praktijkervaring de arbeidsmarkt betreden, roep ik op contact met ons op te nemen. «

  3. Een cross-over van Logistiek en Energie

    Leave a Comment

    De energietransitie in Nederland is in volle gang en de logistieksector staat voor grote uitdagingen op het gebied van verduurzaming. Innovatieve oplossingen en getalenteerde professionals zijn onmisbaar om deze uitdagingen aan te pakken.

    In het project Plug In & Play werd een solide basis gelegd voor de toekomst van laadinfrastructuur in Nederland. Deze uitdagingen en de ervaringen uit Plug In & Play komen samen in het project Charging Energy Hubs, mede mogelijk gemaakt door het Nationaal Groeifonds.

    Duurzame infrastructuur

    Charging Energy Hubs zijn lokale energiesystemen waarop energieverbruikers, opwekkers, en opslagfaciliteiten kunnen aansluiten op logistieke knooppunten. Deze hubs regelen de elektriciteitsstromen efficiënt om maximale flexibiliteit en schaalbaarheid te bereiken, met minimale belasting van het netwerk. Door koppeling aan de energiemarkten kan elektriciteit op gunstige momenten worden opgewekt, ingekocht of verkocht, wat de handel dynamischer maakt en congestie vermindert.

    Nederland heeft een sterke positie in logistiek en elektrische mobiliteit en kan deze positie versterken met de internationaal verhandelbare totaaloplossingen van het Charging Energy Hubs project.

    Unieke samenwerkingen

    Carl de Ruiter, van ACE Mobility, werkt als verbinder tussen verschillende opleidingen en bedrijven in de logistiek- en energiesector. Volgens hem biedt Charging Energy Hubs een unieke kans om verduurzamingsvraagstukken in de logistieksector op een nieuwe manier te benaderen. “Binnen het consortium bundelen we de krachten van partijen die voorheen weinig raakvlakken hadden,” zegt de Ruiter. “De cross-over van de logistiek- en energiesector in dit project is ambitieus. Sterke publiek-private samenwerking (PPS) is van groot belang om de ambities te realiseren.”

    Optimale personeelsinzet

    Binnen het project wordt ook aandacht gewijd aan de instroom, opleiding en optimale inzet van personeel. “De cross-over van de logistiek- en energiesector maakt een complex speelveld dat vraagt om een nieuwe benadering van Human Capital,” vertelt Albert Bloem, directeur van Talent voor Transitie. “We willen de instroom zo laagdrempelig mogelijk maken, zodat iedereen, van monteur tot promovendus, een plek kan vinden.”

    Talent voor Transitie ondersteunt startende professionals en nieuwe Nederlanders om hun weg te vinden in de energiesector. Met partners in het consortium wordt gewerkt aan een Learning Community waarin onderwijs, bedrijven en overheid samenwerken om traditionele drempels te verlagen. Dit moet leiden tot meer instroom, nieuwe onderzoekstrajecten en kennisuitwisseling. Een onderdeel hiervan is een traineeship voor startende professionals op HBO- en WO-niveau. “Startende professionals spelen een belangrijke rol in complexe systeemveranderingen en samenwerking. Gerichte programma’s voor persoonlijke en professionele ontwikkeling zullen dit versterken,” aldus Bloem.

    Kortom, het Charging Energy Hubs project biedt een innovatieve en integrale aanpak voor het verduurzamen van de logistieksector, met ruimte voor technologische innovatie, het inzetten van nieuw en bestaand talent en nieuwe manieren van samenwerking. «

  4. Nicole Heuff trots op haar bedrijf Office Design

    Leave a Comment

    Ze werd tussen de meubels geboren. Nicole Heuff leerde het vak van haar vader en moeder. Met succes. Haar bedrijf Office Design Projectinrichters – gevestigd in Doesburg – vierde dit jaar – haar tweede lustrum. Reden voor een feestje.

    Precies tien jaar geleden werd Office Design Projectinrichters opgericht. Nicole Heuff is trots op de weg die ze heeft afgelegd. “Dankzij onvoorwaardelijke steun van gezin, familie en mijn geweldige team heb ik dit kunnen doen. We hebben de afgelopen jaren prachtige projecten gerealiseerd in zowel binnen- als buitenland. Daar ben ik ook mijn klanten, architecten en leveranciers dankbaar voor. Zeker in een tijd waarin veel veranderingen zijn in de kantoorinrichting, hebben we ons kunnen onderscheiden. De digitalisering sloeg toe, het hybride werken kreeg een boost en een kantoor werd steeds meer een clubhuis. Een ontmoetingsplek. Met Office Design is het ons gelukt om mee te bewegen en prachtige inrichtingen te adviseren. Waarbij we ook veel aandacht konden schenken aan duurzaamheid. Zo is het circulair inrichten van de werkplek iets wat steeds meer gevraagd wordt.”

    Bij Office Design maken we van een kantoor een plek waar je lekker werkt, maar waar het voelt als thuis. Comfortabele plekken, inspirerende ruimtes, praktische oplossingen – wij maken van jouw kantoor een plek die werkt. «

  5. Versnel de energietransitie met het Revolverend Energiefonds

    Leave a Comment

    In een wereld waar duurzame energie steeds belangrijker wordt, is het revolverend energiefonds een krachtig instrument om de energietransitie te versnellen. Dit fonds biedt bedrijven en organisaties de kans om te investeren in hernieuwbare energieprojecten zonder de constante noodzaak van nieuwe financiering. Laten we de werking en voordelen van deze innovatieve benadering van duurzame financiering verkennen.

    Wat is een Revolverend Energiefonds?

    Een revolverend energiefonds is een financieringsmechanisme dat door overheden, banken of samenwerkingsverbanden is opgezet om duurzame projecten te ondersteunen. Het fonds richt zich op initiatieven die energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en verduurzaming van bestaande infrastructuren bevorderen. Wat dit fonds uniek maakt, is de cyclische structuur van het kapitaal: wanneer projecten hun lening terugbetalen, wordt dat geld opnieuw geïnvesteerd in nieuwe projecten. Dit zorgt voor continu hergebruik van middelen en een langdurige impact op de energievoorziening.

    Voordelen van een Revolverend Energiefonds

    Duurzame Financiering: Dit fonds stimuleert energie-efficiëntie en hernieuwbare energie door financiële steun te bieden aan projecten die anders moeilijk te financieren zouden zijn.

    Cyclisch Gebruik van Fondsen:

    Na terugbetaling van leningen komt het kapitaal weer beschikbaar, wat zorgt voor een duurzame cyclus waarin nieuwe projecten voortdurend gefinancierd kunnen worden zonder dat er steeds nieuwe investeringen nodig zijn.

    Toegankelijke Voorwaarden: Leningen uit revolverende fondsen worden vaak verstrekt tegen lage rente en gunstige terugbetalingstermijnen. Dit maakt het aantrekkelijk voor veel organisaties om te investeren in duurzame projecten.

    Stimuleren van Innovatie: Dit fonds biedt kansen voor innovatieve duurzame projecten die anders misschien geen toegang zouden hebben tot reguliere financiering. Het verlaagt de financiële drempel voor nieuwe technologieën en aanpakken.

    Een Langdurige Impact

    De voordelen van het revolverend energiefonds zijn duidelijk: het bevordert de energietransitie en ondersteunt de groei van hernieuwbare energieprojecten. Door deze cyclische benadering ontstaat een blijvende impact, waarbij elke afgeronde investering de weg vrijmaakt voor nieuwe initiatieven. Dit versterkt niet alleen de energievoorziening, maar ook de rol van bedrijven die bijdragen aan een groenere economie.

    Stap naar Duurzaamheid

    Ben jij klaar om de stap naar een duurzame toekomst te zetten? Bij het REE staan we klaar om je te ondersteunen. Met onze expertise in duurzame financiering helpen we je organisatie om groenere keuzes te maken. Ontdek hoe wij je kunnen begeleiden naar een duurzamere energievoorziening. Neem contact op via www.ree.nl en laten we samen werken aan een groenere toekomst! «

  6. Kennisnetwerk VIA-T:Samen de bouwketen innovatief en duurzaam maken

    Leave a Comment

    ‘VIA-T is dé transitieversneller naar circulair en biobased bouwen. Toekomstbestendig leren, werken en wonen is daarbij ons doel.’ Aldus afficheert zich het kennisnetwerk. Directeur Eric Willems schetst de contouren en de ambities.

    Willems, sinds 1 augustus in functie, duidt de gedachten en ambities achter de totstandkoming van VIA-T. “We kampen in Nederland en ook in onze regio met de invloed van klimaatverandering, die ons dwingt toe te werken naar een minimale CO2 voetafdruk. Tevens is er sprake van een grondstoffencrisis. Het maken van nieuw staal en beton belast het milieu enorm door de wijze van winning en fabricage. Ten derde is er een groot woningtekort in Nederland. Tot en met 2030 moeten we 900.000 woningen realiseren, waarvan 33.000 in de regio Arnhem-Nijmegen. En dan hebben we ook nog te maken met structurele krapte op de arbeidsmarkt.”

    Het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) concludeert in haar op 3 september gepubliceerde rapport dat het Nationale Programma Circulaire Economie en de Grondstoffenstrategie niet genoeg is om de doelen voor 2030 te halen. In de bouw neemt namelijk de productie en het gebruik van beton, staal, aluminium en isolatiemateriaal toe, wat leidt tot veel CO2 uitstoot. Er is daarom volgens het PBL, hoewel er programma’s zijn, extra aandacht nodig om de transitie naar circulair en biobased bouwen te stimuleren.

    Geweldige uitdaging

    Willems knikt: “De bouw is een vrij traditionele sector. De hele ‘bouwketen’, van eerste plan tot uiteindelijke realisatie omvormen tot een soepel werkend geheel waarin circulariteit leidend is, vergt tijd en betrokkenheid, vertrouwen en kennis van alle partijen. Dit is een geweldige uitdaging die we stapsgewijs en praktisch gaan aanpakken als VIA-T door samenwerking met zoveel mogelijk partijen die bij de bouw betrokken zijn.”

    “Het onontkoombare alternatief is circulair en CO2-neutraal bouwen, waarbij het zaak is deze wijze van bouwen te implementeren en ook nog eens op te schalen, zodat we op termijn snel én duurzaam kunnen bouwen”, aldus Willems. “Hierbij gaat het om werken vanuit een nieuw perspectief met nieuwe methoden en technieken. Het vereist andere productie- en verwerkingsmethoden van andere grondstoffen, bijscholing van bestaand personeel en het opleiden van nieuwe krachten om hiermee uit de voeten te kunnen. Nauwe samenwerking tussen opleidingen, overheden en marktpartijen – opdrachtgevers en opdrachtnemers- is hiervoor een dwingende voorwaarde.”

    Kenniscentrum en aanjager

    VIA-T vervult in dit samenspel de rol van kenniscentrum en aanjager. En dat kenniscentrum wordt bemenst door partners uit de bouwwereld: ontwikkelaars, bouwbedrijven, installateurs, architecten, toeleveranciers, mbo, hbo, universiteit en woningcorporaties. “Op dit moment hebben we circa 60 partners en geïnteresseerden. Dat is een mooie basis. We gaan werken in projecten, want het is belangrijk voorbeelden te kunnen laten zien om potentiële nieuwe partners over de streep te trekken.”

    “We zijn gestart in de Hubertushal, Waar door onze partners diverse leerwerktrajecten opgezet zijn voor om- her- en bijscholers en waar vmbo leerlingen en mbo-studenten kennismaakten met de praktijk van bouw- en installatietechniek en het gebruik van nieuwe materialen en werkwijzen. Inmiddels zijn deze faciliteiten overgeheveld naar onze huidige locatie aan de Streekweg in Nijmegen. Een komend groot project waar we mee starten betreft het Linnaeusgebouw van de Radboud Universiteit. Na aanvankelijke sloopplannen is besloten het pand te transformeren naar een multifunctioneel gebouw. We maken hiervoor gebruik van natuurlijke elementen zoals planten, hout, water, natuurlijk licht en biobased materialen. Bedrijven, duurzame bouwers en ontwikkelaars, de gemeente Nijmegen, het campusmanagement van de Radboud Universiteit en studenten van verschillende opleidingen, zoals van het vmbo, roc, hbo en de universiteit hebben de mogelijkheden verkend. Op deze manier komen mensen uit verschillende disciplines bijeen, ontdekken ze nieuwe mogelijkheden en leren van elkaar. Zo geven we samen stapsgewijs vorm en inhoud aan de duurzame transitie van de gebouwde omgeving.”

    10 oktober startevenement

    Op 10 oktober organiseert VIA-T een evenement in het Linnaeusgebouw van de Radboud Universiteit om de plannen te presenteren aan alle berokkenen en belangstellenden. “We zijn als VIA-T al een tijd bezig, maar 10 oktober is onze officiële startdatum als coöperatie. Met de huidige partners beschikken we over een solide uitgangspositie”, schetst Willems. “Ik zeg bewust uitgangspositie, want hoe meer partners aanhaken bij VIA-T, des te meer transitiekracht we kunnen ontwikkelen. En die kracht is hard nodig om circulair en CO2-neutraal bouwen verder te brengen dan een niche. We moeten toewerken naar het omslagpunt, dat circulair biobased bouwen de norm wordt.

    Wie partner is krijgt toegang tot kennis en ervaring binnen het VIA-T netwerk. Bijvoorbeeld over best case projecten, de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van materialen, hun toepassing en werkmethoden maar ook subsidiemogelijkheden. Tevens hebben partners toegang tot trainingen, masterclasses en bijscholingen.

    “We verwachten van partners een proactieve houding en betrokkenheid. Dat ze hun kennis en ervaringen delen en projecten inbrengen”, zegt Willems. “Elke partner fungeert als ambassadeur. We zijn samen VIA-T.”

    Eric Willems: “Leren van elkaar om vorm en inhoud te geven aan de duurzame transitie van de hele bouwketen” «

  7. Dicht bij de klant: nu ook in Amsterdam

    Leave a Comment

    Poelmann van den Broek advocaten vestigt zich in Amsterdam per 1 september. Dit tweede kantoor is een logisch vervolg op de ontwikkeling die ze als kantoor hebben doorgemaakt de afgelopen jaren. Door deze tweede vestiging (en haar ligging) kunnen ze bestaande en nieuwe klanten bedienen, hun activiteiten op het gebied van projectontwikkeling en internationale netwerken op de kaart zetten en een ander deel van de arbeidsmarkt benaderen. “We kiezen een strategische plek, dicht bij bestaande en nieuwe klanten,” aldus Arjan Stuij, directeur Poelmann van den Broek. “Zo kunnen we ook in Amsterdam persoonlijk advies geven en snel inspelen op de ambities van onze klanten, precies zoals we dat in Nijmegen doen.”

    Kansen pakken en op het juiste moment schakelen, dat is al meer dan veertig jaar typerend voor het advocatenkantoor. Met voornamelijk ondernemers als klanten, is Poelmann van den Broek net zo ondernemend als haar klanten. Vanuit die blik ziet het kantoor een groeiende behoefte aan brede juridische expertise op het gebied van internationale netwerken en projectontwikkeling, markten die zich met name in Amsterdam concentreren. Het tweede kantoor van Poelmann van den Broek bevindt zich in de Mondriaantoren, aan het Amstelplein.

    Arjan Stuij: “We zijn in Nijmegen groot geworden met een eigen werkwijze, waarbij we praktische heldere adviezen geven op basis van hoge specialistische kennis en samenwerking tussen onze expertises. De focus ligt daarbij op de branches Bouw & Vastgoed, Productie & Tech en Retail. Waarbij we vooroplopen in juridische kennis op het gebied van de nieuwste technologieën. Scherpte waarmee we ook graag ondernemers buiten de huidige regio helpen om voorop te blijven.” «

  8. Impact developer ondernemerschap Jeroen van den Hoogen:Ondernemerschap als vliegwiel voor slim, schoon en sociaal innoveren

    Leave a Comment

    Jeroen van den Hoogen is als Impact Developer Ondernemerschap, organisator en aanjager op de locatie in Arnhem en Nijmegen van Het Ondernemerslab. Studenten, ondernemers en onderzoekers werken er samen aan innovaties.

    Intenties om te ondernemen zijn al jarenlang stijgende bij studenten. Tegelijkertijd is de roep om ondernemende ideeën en ondernemend gedrag groot in de regio. Hoe kunnen we die werelden bij elkaar brengen?

    “Vanuit de HAN willen we een belangrijke rol spelen in het regionale ondernemersecosysteem”, zegt Van den Hoogen. “Hierbij willen we impact creëren door praktijkgericht onderzoek en onderwijs te verbinden aan het regionale ondernemerschap. Door de directe verbinding tussen ondernemers, onderwijs en onderzoek, ontwikkel je met elkaar nieuwe kennis en toepassingen, die weer opgenomen kunnen worden in onderwijsontwikkeling en vernieuwing van dienstverlening.”

    Hij schetst de omgeving en de context waarin hij als Impact Developer gaat functioneren. “Het gaat om het zien en benutten van kansen voor starters en ondernemers en hoe het ‘ecosysteem’ in de regio dit kan ondersteunen. Hierbij ligt de focus op de starters en ondernemers uit de Regio Arnhem-Nijmegen, actief op de thema’s digital, circulair en energy. Zij spelen namelijk een belangrijke rol in de lokale en regionale economie wat betreft innovatie, werkgelegenheid en voorzieningen.”

    Ondernemerslab Nijmegen en Arnhem

    Ondernemerschap en ondernemend gedrag bevorderen gaat niet vanzelf. In Nijmegen functioneert al enkele jaren een OndernemersLab, op het terrein van de Houtwerf. In Arnhem opende Het OndernemersLab begin september haar deuren officieel. Van den Hoogen: “Het OndernemersLab Arnhem is een samenwerking tussen HAN, Rijn IJssel, Gemeente Arnhem en Startclub Arnhem. In onze Ondernemerslabs leggen we laagdrempelig de verbinding tussen ondernemende studenten, onderzoekers, werkzoekenden én bedrijven rondom ondernemersopgaven van de toekomst. Zo ondersteunen we ondernemerschap als instrument om slimme, schone en sociale oplossingen in de regio te versnellen. Dit vanuit de insteek “ondernemer zoekt idee en idee zoekt ondernemer. Iedere ondernemer heeft wel ergens ideeën liggen voor de toekomst, waar hij/zij niet aan toekomt, maar die wel een podium waard zijn.”

    “Andersom werkt het ook. Ondernemers of organisaties zoeken een vernieuwend idee of oplossing voor een vraag waar ze mee zitten. Via het Ondernemerslab vliegen ze het vraagstuk samen aan, dat kan gaan over strategie, verduurzaming, digitalisering of de arbeidsmarkt. Studenten bedenken samen met de ondernemer in het kader van hun stage of praktijkopdracht van hun minor oplossingen. Hetzelfde principe geldt voor ondernemers en organisaties die hun ondernemersidee verder willen ontwikkelen of vermarkten. En studenten en starters die zelf een onderneming willen beginnen kunnen in het Ondernemerslab hun eerste veilige stappen zetten en ondersteuning krijgen.”

    Hybride leeromgeving

    “De directe locatieomgeving van Het OndernemersLab weegt mee in de programmering en de aandachtsgebieden. In Nijmegen ligt het OndernemersLab op de Houtwerf, een platform op het gebied van kunst, cultuur, technologie en wetenschap. Er wordt verbinding gezocht tussen disciplines via onderzoek, lezingen, exposities en evenementen. In Arnhem moet het netwerk nog grotendeels worden opgebouwd. Een mooie insteek, direct gekoppeld aan de locatie in de binnenstad, kan hier de zogeheten ‘last mile’ logistiek, de energie transitie of circulair ondernemen zijn. Deze vragen over verduurzaming en slimme bevoorrading zijn interessante vragen waar ondernemers en studenten zich op kunnen richten.”

    Het OndernemersLab is een voorbeeld van een hybride leeromgeving, waar theorie en praktijk elkaar ontmoeten en verder helpen. “Er ontstaan meer van dergelijke hybride initiatieven. Zo zijn er in onze regio contacten met de Radboud Universiteit/ Mercator Launch en Hogeschool Van Hall Larenstein, ROC Nijmegen en Rijn IJssel. Door de verbinding te zoeken kunnen we vraagstukken zowel breed als diep aanvliegen”, duidt Van den Hoogen. “Het OndernemersLab kan hierbij fungeren als kweekvijver van ideeën en slimme, duurzame oplossingen voor innovatieve ondernemers in de regio. Ik wil dan ook ondernemers van harte uitnodigen om met hun vragen te komen om zo de samenwerking aan te gaan.”

    Regierol uitbouwen

    Over de ambitie en de positie van de Ondernemerslabs zegt Van den Hoogen: “We willen sterk verweven zijn in het lokale innovatie-ecosysteem, gericht op het aanpakken van maatschappelijke uitdaging en het stimuleren van regionale groei. De HAN University of Applied Sciences heeft op dit moment al een duidelijke netwerkpositie en wil de rol van sleutelspeler in het regionale kennisecosysteem verder versterken. Samenwerking met partners in de regio is hierbij cruciaal. Initiatieven als ConnectR, ZorgAlliantie, HAN BioCentre en het Centrum voor Meervoudige Waardecreatie spelen hierin al een belangrijke rol.”

    “Ondernemerschap@HAN zoekt de verbinding met deze initiatieven door ondernemerschap en ondernemend gedrag toe te voegen, te stimuleren en te bevorderen. Het betekent dat we structureel gaan samenwerken aan de vraagstukken die spelen bij ondernemers. In het beste geval ontstaan er interactieve learning communities van ondernemers, studenten, werkzoekenden en scholieren die elkaar weten te vinden om vraagstukken heel concreet in kaart te brengen en sneller tot oplossingen te komen”, zegt Van den Hoogen afsluitend. «

  9. Vanaf 1 januari 2025 subsidie voor ondernemers voor betere toegankelijkheid

    Leave a Comment

    Vanaf 1 januari 2025 kunnen Nijmeegse ondernemers en organisaties met een ontmoet- of bezoekfunctie subsidie aanvragen bij gemeente Nijmegen voor het toegankelijk maken van hun pand of website. Zo kunnen ook inwoners en bezoekers met een beperking deze locaties bezoeken, gebruik maken van online dienstverlening en daardoor zoveel mogelijk zelfstandig meedoen aan de samenleving.

    Iets wat vanzelfsprekend zou moeten zijn, volgens wethouder Welzijn, Gezondheid en Inclusie Cilia Daemen: “Nijmegen is een stad voor iedereen, ook voor mensen met een beperking. Een drempel in een winkel, een smal toilet in een restaurant of een website met onleesbare tekst. Zaken waar een ondernemer iets aan kan doen zodat ook mensen met een beperking – of dat nu fysiek, visueel of anders is –volledig kunnen meedoen aan de maatschappij.”

    De subsidieregeling is er voor alle Nijmeegse bedrijven en organisaties met een ontmoet- of bezoekfunctie, die hun toegankelijkheid voor bezoekers willen verbeteren. Bijvoorbeeld met drempelhulpen, door doorgangen breder te maken, het toilet toegankelijk te maken of een voorleesfunctie op hun website te installeren.

    Advies van ervaringsdeskundigen één van de subsidievoorwaarden

    Eén van de voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de subsidieregeling is een ervaringsdeskundig advies. Dit kan het Zelfregiecentrum Nijmegen (ZRCN) geven. Ook kunnen organisaties hiervoor deelnemen aan het project ‘MKB Toegankelijke Routes’, waarin de toegankelijkheid van MKB-locaties wordt gekeurd en vervolgens in kaart gebracht op de gratis Ongehinderd app. Beide opties zijn vanaf 1 januari 2025 mogelijk.

    Andere voorwaarden zijn onder andere een uitvoeringsplan met een beschrijving van de voorgenomen aanpassingen waarvoor de subsidie wordt aangevraagd en op welke termijn, een begroting en een planning. Een aanvrager kan gedurende de looptijd van deze regeling één aanvraag doen voor fysieke aanpassingen ter bevordering van de toegankelijkheid en één aanvraag voor aanpassingen ter bevordering van de digitale toegankelijkheid.

    Subsidie

    Als het plan aan de voorwaarden voldoet, vergoedt de gemeente maximaal 75% van de kosten tot een maximum bedrag van 15.000,- euro. Voor deze subsidieregeling heeft de gemeente zowel in 2025 als in 2026 100.000,- euro gereserveerd.

    Meer informatie

    Vanaf 1 januari 2025 is de subsidie aan te vragen via de website van de gemeente. Ook organiseert de gemeente samen met Huis van de Binnenstad een informatieavond. Ondernemers met vragen kunnen vanaf nu al contact opnemen met de gemeente Nijmegen via iedereendoetmee@nijmegen.nl.

  10. Samen Sterk voor Logistiek in Rivierenland: dat werkt

    Leave a Comment

    Logistics Valley Rivierenland viert het vijfjarig bestaan: met de partners in de bus naar de DAF-fabriek in Eindhoven, waar de productie van elektrische vrachtauto’s is bekeken. Logistics Valley Rivierenland kijkt terug op vijf jaar onderlinge samenwerking in het logistieke cluster.

    Logistics Valley Rivierenland (LVR) had een vliegende start: in 2019 opgericht, kwamen meteen al veertig partners mee naar het nieuwe platform. Rivierenland had voorheen twee logistieke platforms, elk met een heel andere doelstelling en werkwijze. Tientallen ondernemers stapten over. Provincie Gelderland stelt middelen voor de huidige organisatie beschikbaar, om de logistiek in de Gelderse Corridor te versterken.

    MKB

    “Wij zijn er vooral voor het MKB. We werken voor bestaande bedrijven, vooral lokale ondernemers, geworteld in de regio en waar mensen uit die regio in werken. Grote transport- en logistieke bedrijven redden zich wel, al zijn ze soms ook partner van LVR en zorgen ze voor beweging en innovaties. MKB-ers gunnen zich weinig tijd om over de toekomst na te denken. En juist dat aspect is voor LVR het punt waarop ons team ze wil helpen, want de wereld van logistiek is voortdurend in beweging. We bieden ze daar ook een plek voor, het Huis van de Logistiek op Medel. En dan merk je dat onze slogan hout snijdt: samen sterk voor Logistiek in Rivierenland”, stelt Frank Engelbart.

    Ondernemers worden regelmatig op Medel uitgenodigd voor het Logistiek Café, dat naast inhoudelijk interessante sprekers ook ruimte biedt om te netwerken. Dat draagt bij aan een andere opdracht die LVR ziet: regionaal een clubgevoel in de logistiek ontwikkelen. Soms zijn die bijeenkomsten in samenwerking met Ondernemers Coöperatie Tiel en VNO-NCW, wat veel nieuwe contacten oplevert in andere bedrijfstakken. LVR heeft na vijf jaar een fraaie reeks projecten op zijn conto. “We begonnen met het ophalen van de wensen en zorgen in de logistiek. Bijvoorbeeld de vraag hoe het krijgen en behouden van medewerkers beter kon. Wij zorgden ervoor dat alle Rivierenlandse bedrijven zichtbaar en vindbaar werden, hun vacatures en stageplaatsen werden getoond. Inmiddels ook die van onze twee collega’s, want Nijmegen en Liemers-Achterhoek hebben hun eigen Logistics Valley-poot. Die website ontwikkelde zich door tot wat nu IndelogistiekGelderland.nl is, en binnenkort integraal onderdeel van de logisticsvalley.nl website wordt. De logistieke bedrijven in Gelderland Zuid staan dagelijks op social media en we hebben een actief Linked In-account, met bijna 700 volgers.” Om het clubgevoel te vergroten, maakt LVR maandelijkse nieuwsbrieven.

    LVR hield open dagen bij logistieke bedrijven. “Toen kwam corona en mocht dat niet meer. Als Logistics Valley-collega’s bedachten we toen de Logistieke Roadshow: jaarlijks gaat in de drie regio’s een truck naar tientallen middelbare scholen. In Rivierenland bereiken we 800 scholieren die we zo laten zien wat werken in de logistiek inhoudt.”

    Modal Shift

    Maar er is meer gebeurd. Op gebied van innovatie en verduurzaming is veel tijd gestoken in promoten van de zogeheten modal shift: het van de weg halen van transport en in plaats daarvan vervoer per schip aan te bieden. De drie regio’s hebben een eigen containerterminal, in Rivierenland is dat CTU op Medel in Tiel, die dit graag faciliteren.

    “Momenteel testen zeven van onze ondernemers een elektrische vrachtwagen van DAF uit. Dat kan dankzij de medewerking van Tilburg Bastianen Truck en Trailer Service, die een Tielse vestiging heeft en landelijk een grote DAF-dealer is. In 2025 gaan we een soortgelijke proef doen in partnerbedrijven met een elektrische trekker.” Zo laat LVR zien dat samenwerken tot resultaten leidt.

    Het optekenen van de milieubelasting, carbon footprint, werd ook aangeboden. Grote bedrijven moeten dat nu wettelijk doen, maar MKB-logistiekers die voor die bedrijven werken krijgen die vraag ook steeds vaker. Logistics Valley bemiddelde en werd een voorbeeld voor de Topsector Logistiek.

    Behalve het provinciebestuur is ook Regio Rivierenland steunpilaar voor LVR. “Niet alleen financieel, waar we erg dankbaar voor zijn, maar ook op gebied van beleid maken. We zijn al vele jaren een van drie economische speerpunten van de regio, die de logistiek als een belangrijke economische drager ziet”, Niet voor niets heeft de regio Rivierenland een stabiele plek in de landelijke Top Tien van logistieke hotspots. Dit jaar werd ook bekend dat Logistics Valley weer voor vier jaar financiële steun van provincie en regio’s krijgt.

    LVR kent een stevige basis in het lokaal bestuur. “Dat fundament zorgt ervoor dat de regio in bestuurlijke debatten, ook in Den Haag, op de kaart komt en blijft. Die contacten zijn belangrijk wanneer het gaat over infrastructurele projecten zoals A15, A2 en Rijnbrug. Daarin werken we nauw samen met de twee andere hotspots in Logistics Valley.”

    2030

    En de toekomst? Engelbart: “We willen groeien naar 150 partners, met een mooie mix van MKB en grote bedrijven. Maar vooral willen we het logistieke cluster in Gelderland Zuid positioneren als van strategisch belang voor de economie en brede welvaart. In een vorm en grootte die past bij de regio, met ruimte voor logistiekers die hier zijn geworteld. We gaan verder met versterken van de samenwerking met onze twee collega-hotspots binnen Logistics Valley, zonder verlies van regionale verankering en zichtbaarheid. We kunnen samen nog veel sterker worden voor logistiek in Rivierenland.” «

Zoeken naar: